Nordics ontsnappen aan begrotingszorgen
De Franse staatsschuld staat in de schijnwerpers na de verlaging van de rating naar AA- door Standard & Poor's op 31 mei en de ontbinding van de Nationale Assemblee op 9 juni. De uitslag van de vervroegde verkiezingen zou een nieuwe regering kunnen zijn met uitbundige plannen voor de economie. Sinds 10 juni is het verschil tussen de Franse en Duitse leenkosten toegenomen en deze stijging van de risicopremies breidt zich uit naar andere Europese landen.
Uitzonderingen zijn de Noordse economieën (Noorwegen, Zweden, Finland en Denemarken), waar de overheidsfinanciën bijzonder robuust zijn. Sinds de pandemie zijn de Noordse landen meestal teruggekeerd naar een begrotingsevenwicht of, in het geval van Noorwegen, een aanzienlijk overschot.
Onze analyse
De Scandinavische landen hebben een bijzonder goede staat van dienst als het gaat om het beheer van hun overheidsfinanciën. Noorwegen profiteert van de export van olie en gas, waarvan de prijs in 2022 sterk is gestegen. Hoewel Denemarken, Zweden en Finland dit natuurlijke voordeel niet hebben, zijn ze zeer toegewijd aan het beheersen van hun overheidsschuld. Volgens de Eurostat 2023-gegevens, gepubliceerd op 22 april 2024, heeft Zweden een schuld/BBP-ratio van slechts 31,2% en Denemarken 29,3%. Hoewel Finland met een ratio van 75,8% meer schuld heeft, blijft deze ver onder de 110,6% van Frankrijk.
Gezonde en duurzame overheidsfinanciën creëren een gunstig bedrijfsklimaat in deze landen, waar bedrijven zich onderscheiden door hun vermogen om innovatie te stimuleren. Sinds het begin van 2024 hebben de Scandinavische aandelenmarkten de uitdagingen van stijgende inflatie en rentetarieven overwonnen en zijn ze weer in staat om beter te presteren dan andere Europese markten.
Serge Vanbockryck